De belangrijkste afspraken tussen werkgever, vakbonden en pensioenfonds in 2022

Nieuwe pensioenregeling

Partijen kiezen voor de solidaire premieregeling. Dat is een pensioenregeling waarin we – net als nu – de belangrijkste risico’s samen delen. Zo maken we een gezamenlijke buffer, waarmee we economisch slechte tijden opvangen. Zo zorgen we ervoor dat de pensioenuitkeringen zo stabiel mogelijk zijn.

Omzetten bestaande pensioenen

Partijen kiezen ervoor om de bestaande pensioenen om te zetten naar de nieuwe regeling. Op die manier profiteert iedereen van de voordelen van de nieuwe pensioenregeling. Zo kunnen de pensioenen onder de nieuwe regeling bijvoorbeeld makkelijker meegroeien met de economie. In slechte tijden kunnen de pensioenen ook omlaag, net als nu. Maar de kans dat de pensioenen omlaag moeten, maken we zo klein mogelijk

Tijdelijke CDC-regeling

Vanaf 31 december 2022 tot aan de overstap naar de nieuwe pensioenregeling, wordt de huidige pensioenregeling een zogenoemde CDC-regeling. Dit is een middelloonregeling met een vaste premie en een voorwaardelijke indexatie.

Geen bijstorting of terugbetaling meer

Bij de CDC-regeling met een vaste premie hoort dat de vroeger bestaande zogenoemde “bijstort- en restitutiebepalingen” vervallen. Kort gezegd betekent dit dat de werkgever:

• Geen geld meer hoeft bij te leggen als de financiële gezondheid van het pensioenfonds onvoldoende is. De werkgever geeft het fonds geen bruidsschat mee voor het vervallen van deze bijstortverplichting.
• Geen geld meer terugkrijgt van het pensioenfonds als het erg goed gaat met de financiële gezondheid het pensioenfonds. De werkgever ontvangt geen compensatie van het pensioenfonds voor het vervallen van deze restitutiemogelijkheid.

Meer verhoging van de pensioenen mogelijk

Tot en met 2022 konden de pensioenen met maximaal 4% per jaar omhoog. Die beperking is er nu niet meer. Daardoor konden op 1 januari 2023 de pensioenen met 10% omhoog.

PostNL betaalt minder voor de overgangsregelingen voor Vut, Prepensioen en Levensloop

Eerder was afgesproken dat PostNL gespreid over vijf jaar tijd € 80 miljoen zou betalen voor de zogenoemde overgangsregelingen voor Vut, Prepensioen en Levensloop. Voor deze regelingen blijkt nu minder geld nodig te zijn, dan eerder was berekend. Daarom is afgesproken dat PostNL € 20 miljoen minder betaalt (dus € 60 miljoen), maar wel in een veel kortere periode, namelijk uiterlijk 1 april 2023. Deze afspraak hebben partijen na de aanwijzing van DNB aangepast.

Conclusie: evenwichtige afspraken voor iedereen

Het bestuur van het pensioenfonds, de vakbonden en de werkgever vinden allemaal dat de bovenstaande afspraken evenwichtig zijn en in het beste belang van alle betrokkenen.